Did people use the calendar as we know of already in the Middle Ages (NL)?
The Romans had a calendar which consisted of 10 months, starting on March 1st and ending with December. In between was an unnamed winter period. The priests’ task was to determine the start of every new year. Julius Caesar introduced the Julian calendar, with 365 or 366 days, 12 months and a system with weeks. The Julian calendar was used until the late 16th century.
The Julian calendar had a leap year every 4 years. Averagely, a year was in this way counted to be 365,25 days. In reality it is a fraction shorter. This is fixed in the Gregorian calendar so that leap years do not occur on century years (divisible by 100), unless the year is also divisible by 400. For example, 1900 was not a leap year, but 2000 was.
The ‘mistake’ had gone up to 10 days of miscalculation. Therefore, Pope Gregory, the architect of the Gregorian calendar (now still in use in most parts of the world), decreed 10 days should be dropped between October 4th and 14th 1582. From that time, a discrepancy existed until in the 19th century between the Christian countries using the new calendar and the orthodox ones (like Greece - 1923 and Russia in 1917), using the old one. Some orthodox churches still go by the Julian calendar, resulting in different calculation of holidays like Easter and Christmas.
In the Middle Ages, the New Year could be celebrated at January 1st, March 1st, March 25th or simply; Easter: the first Sunday after the first full moon after vernal equinox (21st of March). Since about 1600 most countries have used 1 January as the first day of the year. Italy and England, however, did not make 1 January official until around 1750.
Bestond de kalender zoals wij die kennen al in de Middeleeuwen (NL)?
De Romeinen gebruikten een kalender met 10 maanden. Deze begon op 1 maart en eindigde eind december. De tijd ertussen was een winterperiode zonder data. Het was de taak van de priesters om te bepalen wanneer een nieuw jaar begon. Julies Caesar introduceerde de Juliaanse kalender, met 365 of 366 dagen, 12 maanden en een systeem van weken. Deze kalender was in gebruik tot het einde van de zestiende eeuw.
De Juliaanse kalender had elke vier jaar een schrikkeljaar. Op deze manier telde elk jaar gemiddeld 365,25 dagen. In werkelijkheid is het echter eitsje korter. Dit werd gecorrgeerd met de gregoriaanse kalender waarbij de schrikkeljaren niet gelden in jaren deelbaar door honderd, behalve als dat jaar ook deelbaar is door 400. Het jaar 1900 was bijvoorbeeld geen schrikkeljaar, maar 2000 wel.
De rekenfout was opgelopen tot 10 dagen. daarom besloot Paus Gregorius, de architect van de Gregoriaanse kalender, dat er 10 dagen zouden vervallen tussen 4 en 14 oktober 1582. Vanaf toen bestond er een tijdsverschil tussen de Christelijke landen die de nieuwe telling gebruikten en de orthodoxen (zoals Griekenland dat pas in 1923 overstapte, en Rusland in 1917) die het oude systeem bleven gebruiken. Sommige orthodoxe kerken gebruiken nog steeds de Juliaanse kalender waardoor ze bijvoorbeeld Pasen en kerstmis op andere dagen vieren.
In de Middeleeuwen werd het nieuwe jaar gevierd op 1 januari, 1 maart, 25 maart of simpelweg: als het Pasen was. Dat is de eerste zondag na de eerste volle maan die volgt op 21 maart dus. Sinds 1600 wordt 1 januari door de meesten aangehouden als het begin van het nieuwe jaar, behalve Engeland, dat pas rond 1750 overging.